Krijn Giezen (1939-2011)

Ontworpen in 1986 en uitgevoerd in 2005.

« Een ongewone wandeling in de beeldentuin ». Dit land art werk bestaat uit een route die vanaf « Het Gewei » (1928, John Raedecker) een bestaande noord-zuid weg naar de Franse berg volgt en vervolgens, verlengd door treden (een trap), in rechte lijn tot boven de boomkruinen gaat. Door het volgen van de weg omhoog en omlaag is een visuele en fysieke beleving mogelijk van het hoogste punt van het natuurpark Hoge Veluwe.

De route die vanaf « Het Gewei » tot boven de boomkruinen leidt, is op dit moment 250 meter lang. De trap, met treden van 2,4 meter breedte, is 80 meter lang en heeft een luie helling van 30°. Hardhout van de Nederlandse kustverdediging (basralocus) werd hergebruikt voor de trapconstructie.

De treden kunnen verlengd worden, meegroeien met de bomen.

De plastische vorm is middel of « Voertuig » tot een beleving van het oneindige.

Na het overlijden van Krijn Giezen in 2011 werd « de trap » door het Kröller-Müller Museum van vorm en betekenis veranderd. Het huidige beeld geeft de bedoelingen van de kunstenaar niet weer en een aktie voor rehabilitatie van dit kunstwerk is gaande.

« Bunker recycling langs de Deense westkust », 1995, Thyboron, Denemarken.

Fragmenten van geërodeerde bunkers die gevaar opleverden of in de weg lagen, werden gebroken en tot 4 tons blokken geperst. Deze blokken beschermen nu de Deense westkust tegen erosie. Militaire verdediging wordt vedediging tegen stijging van de zeespiegel.

Uitgevoerd in 1995 tijdens een sculptuur tentoonstelling ter herdenking van de vrede.

Krijn Giezen werd door de Ateliers van Cergy-Pontoise uitgenodigd deel te nemen aan een workshop met het thema « Stad en Natuur » en een idee te leveren voor het voortzetten van de Grand Axe vanaf La Défense naar het westen.

Krijn Giezen trok de as op een extreme manier door tot over de Seine. Na 30 jaar worden kantoren afgebroken in La Défense en door nieuwe gebouwen vervangen. Het bouwafval wordt afgevoerd naar een stortplaats. Het landelijk gebied over de Seine levert de grondstoffen om te bouwen. Door materialen aan de aarde te onttrekken ontstaan « wonden » in het landschap.  Zijn voorstel bestond uit het helen van de wonden door het vrijkomend bouwafval van La Défense een rustplaats in het landelijk gebied te geven en naar de groeves terug te brengen.

« Stad en Natuur » werd « Stad terug naar Natuur ».

Uitvoering tussen 1989 en 1993.

Het puin van wegen en gebouwen die moesten verdwijnen voor uitbreiding van de haven werd hergebruikt om een wal te vormen die het landelijk Rhoon beschermt tegen geluidshinder van de haven.

Het puin werd ter plekke in een ijzeren kooi gestort van 300 meter lengte, hoogte 6 meter en breedte 3,50 meter. De slangenvorm geeft stevigheid aan de wal. De geluidwerende capaciteit is optimaal (dit is wetenschappelijk bewezen).

Idee : de kooi kan met de tijd velengd worden en gevuld met puin uit de haven en grond

en hout uit het landelijk gebied. Een spontane vegetatie zou zich op de muur ontwikkelen

en een botanisch vervolgonderzoek werd voorgesteld (niet uitgevoerd).

Wanneer je nu, dertig jaar later, vanuit Rhoon op de wal toeloopt meen je een rest uit vroeger tijden te zien. Een oude vorm met een hedendaagse functie.

De door het Havenbedrijf langs de wal geplante bomen belemmeren helaas de spontane begroeiing zoals gewenst door de kunstenaar.

In one of the prison courtyards Krijn Giezen has placed a glasshouse, surrounded by concrete walls, with fruit trees and vegetables growing in and next to it. A straight path leads into it. The prison wall which prevents from escaping becomes a shelter which protects the growing vegetation. The fruits and vegetables are consumed by the prisoners or sold outside.

Krijn Giezen prefers the word glasshouse to greenhouse in order to emphasize the transparency of the building in contrast with opaque prison walls. This project was realised in 1990.

Het experimentele woonproject Broei toont de cyclus : groeien, snoeien, broeien, groeien. Het werk bestaat uit vier delen, elk met de afmetingen 6 x 6 meter en 3 meter hoog. In drie van de vier delen kan gewoond worden.

Broei is «wonen met de cyclus van de natuur : herfst, winter, lente, zomer ». In elk jaargetijde is het mogelijk er een tijdeliik onderkomen te winden.